Onze pleegdochter is vorige maand 11 jaar geworden. Een leeftijd waarop, zoals u zelf ook wel eens heeft gemerkt, de eigen mening steeds sterker naar voren komt. Er kan steeds beter woorden gegeven worden aan emoties, al dan niet met rollende ogen en soms ook nog eens gepaard met zuchten. Inmiddels heeft ze haar moeder 17 maanden niet gezien.
Het laatste bezoek met haar moeder was op initiatief van onze pleegdochter. Maar het bezoek daarvoor óok al. En daarvoor ook! Moeder heeft gemeend de keuze te moeten maken om voorlopig geen contact met haar (4) kinderen te willen, omdat zij zich schaamt. Schaamte voor hoe ze eruit ziet en omdat ze denkt dat ze de kinderen “toch niks te bieden heeft en ze hebben het toch goed bij hun pleegouders”. Enerzijds geeft dit een bepaalde rust. Anderzijds zorgt het niet hebben van contact met haar moeder voor een meisje dat regelmatig piekert over hoe het met haar moeder gaat.
Met twee bio familieleden hebben we goed contact, waaronder een zus van moeder. De moeder van onze pleegdochter heeft meestal geen telefoon. En áls ze er weer een heeft, dan is dat voor gemiddeld drie weken. Na die tijd is de telefoon of gestolen, of kwijtgeraakt, heeft ze geen geld (meer) voor een abonnement of ze heeft hem verpatst om haar verslaving te kunnen bekostigen. Erg eigenlijk om te moeten constateren hoe afhankelijk we zijn van een telefoon, maar dit niet hebben van een mobiel vergemakkelijkt het contact niet bepaald. Ook heeft ze geen vaste woon- en verblijfplaats dus “even een bakkie doen” is er ook niet bij.
Moeizaam
Afijn, als onze pleegdochter te veel gaat piekeren en de wens om, zoals ze het zelf noemt, “gerustgesteld te worden over haar moeders welzijn”, sterker wordt, dan benader ik, in overleg met pleegdochter, moeders zus en vraag ik haar of als ze moeder weer eens ziet, zij wil vragen of ze weer eens met haar dochter wil afspreken. Deze zin moest u misschien twee keer lezen. Het is treffend voor de moeizame manier waarop contact tot stand komt. Zeker voor een 11-jarige.
Andersom
Het kan ook zomaar voorkomen dat het lang duurt voor we antwoord hebben, want ook zus is, wanneer moeder telefoonloos is, afhankelijk van wanneer zij haar weer eens aan komt waaien. Dat geeft onrust; “Is ze al langs geweest bij tante?” “Nee schat, nog niet”. Natuurlijk wil ik alles doen om aan de wens van pleegdochter tot haar moeder zien tegemoet te komen, maar tegen (w)elke prijs? Want een bezoek geeft hoe dan ook onrust. Maar geen bezoek ook. En moet moeder niet eens zelf met het initiatief komen om haar dochter te zien? Het komt de laatste keren van pleegdochter af. Zou het niet andersom moeten zijn?, vraag ik me af.
Onlangs heb ik de zus van moeder weer benaderd omdat er steeds vaker tranen kwamen bij onze pleegdochter. Maar naast tranen ook vragen als “hoeveel tanden zou ze nu nog hebben en zou ze nog steeds groene sigaretten roken?” Na een paar dagen kreeg ik via de zus een telefoonnummer van de moeder. Heh? Moet het niet zo zijn dat zij mij dat zelf geeft? Voor het geval er iets (naars) met haar dochter is? En ja natuurlijk snap ik hoe het werkt bij een verslaving. En ja natuurlijk blijf ik moeder altijd respecteren en zal ik me niet negatief over haar uitlaten (uitzonderingen in mijn inner circle daargelaten, maar uiteraard niet tegen háár inner circle). Maar als ik even goed nadenk; wat doet zij om contact met haar dochter te hebben? Een appje via mijn telefoon, een spraakberichtje? Een belletje als ze jarig is? Iets!? Maar nee, er komt niets! Waar doe je dan goed aan?
Iedere keer opnieuw
Geen contact geeft onrust en verdriet. Besluiten dat je haar toch weer graag wilt zien en dat via tante proberen te regelen, geeft verdriet en onrust. En, heel eerlijk, de laatste drie ontmoetingen waren zeer teleurstellend voor onze pleegdochter. Ook dát geeft verdriet en onrust. En tóch, gedreven vanuit een bepaalde hoop proberen we het iedere keer opnieuw.
Een lastige klus
Inmiddels kunnen we het gesprek met onze pleegdochter hierover beter aan; We kúnnen aan haar vragen: “Zou het niet fijn zijn als zij zelf eens initiatief neemt om jou te zien? Stel nou, dat ze weer de hele tijd alleen maar buiten staat te roken? En niks vraagt over school, je vriendinnen of hoe het bij je sport is? Hoe is dat dan voor jou?” Dan volgen er weer een paar dagen waarin ze haar moeder diskwalificeert en dat wij dan weer in perspectief plaatsen. Maar ook met erkenning voor haar gevoelens. Het is soms een lastige klus. Zo lastig, dat we ons regelmatig afvragen: “Waar doe je goed aan?”
Een vraag die haar moeder zich misschien ook wel eens afvraagt….