Interview met pleegoma Jannie: “pleegzorg is het mooiste wat er is”

Op de laatste dag van de Week voor de Pleegzorg delen we graag een bijzonder interview met jullie. Jannie geeft al meer dan 40 jaar #groenlicht aan heel veel kindjes. Haar verhaal lees je hieronder. 

Ze is ervoor geboren vertelt ze. Als klein meisje tekende ‘pleegoma’ Jannie al kinderwagens met poppetjes. Het is voor haar dan ook heel vanzelfsprekend dat ze voor pleegzorg heeft gekozen. Meer dan haar halve leven heeft ze gewijd aan het zorgen voor kleine baby’s. Maar na 41 jaar is het nu tijd om te stoppen. Na deze plaatsing houdt pleegoma Jannie ermee op.

De liefde straalt ervan af. Jannie, of ‘pleegoma’ Jannie, zoals ze zichzelf noemt, zorgt op dit moment voor een baby van vijf maanden. Vanaf haar eerste levensdag is het kindje bij haar, en Jannie geeft haar haar alles. Wanneer tijdens ons gesprek het meisje moe wordt, doet Jannie een zelfgeknoopte doek om en wiegt haar zo in slaap. Slapen doet het meisje het liefst zo dicht mogelijk bij Jannie. “Dat hebben ze nodig, die aandacht. Het gevoel dat er iemand écht voor ze is”.

Al 41 jaar vangt pleegoma Jannie baby’s in crisissituaties op. Maar nu vindt ze dat de tijd is gekomen om ermee te stoppen. Met pijn in haar hart, dat wel. Als ze kon, zou ze nog jaren doorgaan.

Je hart openstellen
Jannie en haar man begonnen met pleegzorg toen hun zoon vijf jaar was en zijn niet meer gestopt. Het was haar man die met het idee kwam om pleegouders te worden, en Jannie wist meteen dat het echt iets voor hen was. Jannie vertelt dat ondanks dat er door de jaren heen organisatorisch en qua regelgeving veel is veranderd, pleegzorg in de kern hetzelfde gebleven: “je hart openstellen voor een kindje dat je nodig heeft.”

Kaartenbak
Jannie en haar man hebben nooit overwogen om andere vormen van pleegzorg te doen. Jannie: “Dit paste beter bij ons. Je had na een plaatsing tussendoor ook altijd weer even tijd voor je eigen gezin. Op een gegeven moment dacht je dan weer: nu zou het wel weer leuk zijn.” Als het haar te lang duurde belde Jannie de pleegzorgorganisatie op om te vragen of ze niet uit de kaartenbak waren gevallen. “Nee hoor, u staat nog steeds op de lijst”, werd er dan gezegd. En dan werden ze al heel gauw weer gebeld.

Rijk
Was het dan niet moeilijk voor haar zoon dat de kinderen steeds na een korte tijd weer vertrokken? Jannie: “Dat was natuurlijk verdrietig. Maar de dag nadat een kindje weg ging, maakten we er met z’n drieën altijd een leuke dag van. Dat hielp ons wel.” Haar zoon zegt nu dat hij niet anders had gewild. Hij is er rijk van geworden. Jannie: “Als ik dan wel eens zei: ‘ik geloof dat ik maar stop’, dan zei hij: ‘mam, zo lang je gezond bent, blijven doen!’ En daar ging ik weer, dat duwtje had ik dan even nodig.” Het was voor haar dan ook logisch dat ze na het overlijden van haar man, nu 9 jaar geleden, doorging met pleegzorg.

Deskundige
In al die jaren heeft Jannie 35 baby’s opgevangen. Van ieder kindje hangt een foto aan de spiegel in haar woonkamer. Je kunt wel stellen dat ze door al die ervaring een ware babydeskundige is geworden. Ze heeft het allemaal wel een keer meegemaakt. Verborgen reflux bijvoorbeeld, of huilbaby’s. Maar ook baby’s die verslaafd geboren werden en eerst weken moesten afkicken.

Het kwam vaak voor dat Jannie al vanaf de allereerste dagen na de geboorte voor het kindje zorgde. Zo is ze wel eens drie weken op en neer naar het Sophia Kinderziekenhuis gereisd om daar een baby te verzorgen. Wanneer ze zo vroeg in het ziekenhuis al bij het baby’tje mocht komen vond ze dat heel mooi. “Dan maak je al contact, dan begin je al met de zorg en dan is het echt al een beetje jouw kind.”

Biologische ouders
Jannie vindt het contact met de biologische ouders van groot belang. “De ouders blijven heel belangrijk voor het kind. En ik vind ook dat je altijd de ouders moet verdedigen. Mensen zeggen vaak dat ze niet snappen hoe een moeder haar baby zomaar weg kan doen. Dan zeg ik: ‘Wie zegt dat ze ‘m ‘zomaar’ weg doet?’ Wij kennen het verhaal niet. Je kunt wel gelijk oordelen, maar je weet niet hoe het zit. Het doet een moeder natuurlijk veel verdriet. Zij gaat haar kind nooit vergeten.”

Ze heeft met alle ouders altijd vredig om kunnen gaan. Het hielp ook dat ze wat ouder werd. “Als je grijs wordt dan word je gezien als een oma, dat lijkt het minder bedreigend te voelen.” Bij sommige biologische ouders is ze nog heel lang over de vloer gekomen. “Maar op een gegeven moment stopt het. Dan zijn ze klaar met jeugdzorg en dan is het klaar. En dan hoor ik ook niks meer. Dan denk ik: het is prima zo, loslaten. Zo hoort het ook.”

Afscheid
Maar het afscheid van een kindje nemen went nooit. Er rollen altijd tranen. “Voor mijzelf is het een keuze, voor het kindje niet.” “Het is wel verzachtend als de nieuwe ouders warm en geduldig zijn naar de baby toe. Het kleintje heeft tijd nodig om te wennen aan de nieuwe situatie.” Tegen mensen om haar heen die zeggen dat ze ook wel pleegouder zouden willen worden, maar het niet doen omdat ze het afscheid niet aan denken te kunnen, zegt ze steevast: Ik kan het ook niet, want ik moet altijd huilen als ze weg gaan. Maar ik ben blij dat ik het niet kan, want anders zou het zo hard worden.”

Contact
Met sommige kinderen heeft ze nog contact. Haar allereerste kindje spreekt ze nog vaak. Sommige van de kinderen zijn inmiddels zelf al vader of moeder geworden. Een plekje in haar hart hebben ze allemaal. De vader van een kindje belde haar onlangs nog op: “Oma Jannie, we horen zo weinig meer van u. Ben je ons kind vergeten?” ‘Nee natuurlijk niet’ zei ik toen. “Je vergeet er nooit meer een. Geen één.”

Klaar
Of ze nog een tip heeft voor mensen die overwegen om pleegouder te worden? Jannie hoeft niet lang na te denken: “Als je twijfelt, moet je het doen. En dat het fantastisch werk is, pleegzorg is het mooiste wat er is.”

Jannie: “Als ik met m’n hart te werk ging, ging ik nog niet stoppen”. Maar met m’n verstand zeg ik: op een gegeven moment moet je klaar zijn. Mijn lichaam wordt strammer en het gaat allemaal wat moeilijker.” Het meisje dat nu bij haar woont, zal binnenkort naar een ander gezin gaan. Daar wil ze nog even niet aan denken. Tot die tijd geeft pleegoma Jannie haar alle zorg en liefde die ze in zich heeft.