Boek geschreven door Claudia Kamergorodski en Alice ten Napel
Wat een geweldig, eerlijk, rauw, kwetsbaar en prachtig boek over pleegzorg!
In het boek vertellen pleegkinderen, biologische ouders, eigen kinderen, een pleegzorgoma en (weekend)pleegouders hun eerlijke verhaal. Met vele voorbeelden uit de praktijk, columns, weetjes, foto’s en tekeningen, maken het boek heel fijn en leesbaar.
‘Mijn hart is vaak gebroken, maar het is nooit kapot gegaan, met heel mijn hart kies ik opnieuw om lief te hebben en vervolgens de pijn te voelen om het weer los te moeten laten. Want dat is pleegzorg.’
Een pleegouder schrijft een peptalk aan andere pleegouders over de lat die zo hoog ligt en dat dat uitputtend kan zijn en de strijd die het kost om je eigen leven te bepalen. “Maar man wat is het heerlijk, wat een vrijheid, Oh echt, als je nu binnenstapt bij mij zie je de chaos, maar de koffie staat klaar en de sfeer is gezellig. De chaos redden we later wel weer, de sfeer is waar we het nu voor doen!’
‘Heb oog en compassie voor de kinderen, maar ook voor de ouders, dan kun je tot heel mooie dingen komen.’ Over het samenwerken met ouders, dat heeft tijd en geduld nodig.
Realistisch en rauw: ‘Als pleeggezin is er wel een bepaalde mindset vereist, je moet het doen om het kind en om geen enkele andere reden. Anders houd je het niet vol, want er komen ook kinderen met moeilijke problemen of kinderen die niet bij jou thuis willen zijn. En dan zijn jouw gevoelens als verzorger op dat moment niet prioriteit. Maar met de juiste stappen zul je kinderen zien opbloeien, dat is de fantastische kant van pleegzorg.’
Een pleegkind aan het woord: ‘pleegkinderen geef ik als tip om veel te praten over hoe ze zich voelen, dat helpt.’
Als rode lijn door het boek de nadruk op het netwerk!
‘En het allerbelangrijkste? Een stevig pleegzorgnetwerk, met andere pleegouders, daar kun je niet zonder. Andere pleegouders kijken niet gek op als een pleegkind zich onaangepast gedraagt, ze hebben aan een half woord genoeg. Zij maken immers het zelfde mee. Bovendien helpen ze elkaar door op te passen, het huis te poetsen, een pannetje soep te brengen als pleegmoeders (of vaders) ziek is.’
Ik vind dit boek een aanrader voor iedereen die (zijdelings) met pleegzorg te maken heeft omdat het echt een kijkje van binnenuit geeft.
Door Marian Dijkstra, gedragswetenschapper pleegzorg