In rechtszaken over familie en kinderen hebben kinderen het recht om te vertellen wat zij vinden. Dit heet het hoorrecht. Als er een rechtszaak is waarbij een kind betrokken is, krijgt het kind soms een brief thuis. In die brief staat dat het kind mag praten met de rechter. Het kind mag dan kiezen:
- of hij/zij wil praten met de rechter
- of hij/zij liever een brief schrijft aan de rechter
De rechter houdt rekening met wat het kind zegt of schrijft.
Wat verandert er vanaf 1 januari 2025?
Voorheen gold: kinderen van 12 jaar of ouder mochten hun mening geven. Dit stond in de wet (artikel 809 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering).
Vanaf 1 januari 2025 is dit veranderd bij het gerechtshof. Kinderen van 8 jaar en ouder mogen nu ook zeggen wat zij vinden. Kinderen tussen de 8 en 11 jaar kunnen dus voortaan ook worden gehoord. Dit is fijn voor deze kinderen. Zo voelen zij dat hun mening belangrijk is en dat de rechter ernaar luistert. De reden voor deze verandering is een proef (pilot) die goed werkte bij de rechtbank in Amsterdam.
Let op:
Bij de rechtbank mogen kinderen onder de 12 jaar nog niet automatisch met de rechter praten. Dat mag alleen als de rechter dit zelf belangrijk vindt. Waarschijnlijk zal ook de rechtbank binnenkort de leeftijdsgrens verlagen naar 8 jaar.