Blog: Identiteit versterken in de pleegzorg

door Marian Dijkstra, gedragswetenschapper bij Enver.

‘Wat willen jullie eten vandaag?’ vraag ik.
‘Saoto soep!’ roepen de kinderen meteen.
Ik had het nog nooit gemaakt, maar ik dacht: we doen het gewoon!
Tijdens het koken vroeg ik: ‘Wat doet mama daar allemaal in?’
‘Vlees en sliertjes, dat is lekker!’ zeiden ze.
Toen de soep klaar was, proefden ze kritisch.
‘Mama maakt het anders’, zeiden ze.
(Deze herinnering komt uit de tijd dat ik gezinshuisouder was.)

Waarom identiteit belangrijk is
Pleegkinderen komen in een nieuw huis, met andere mensen, gewoontes en geuren. Ze moeten wennen aan die nieuwe wereld, terwijl ze ook hun oude wereld nog bij zich dragen. Dat kan verwarrend zijn. Ze krijgen soms verschillende signalen over wie ze zijn, hoe ze zich moeten gedragen en bij wie ze horen. Veel pleegkinderen hebben daardoor vragen over hun identiteit: Wie ben ik eigenlijk? Waar hoor ik bij?

Een kind dat de ruimte krijgt om zijn of haar identiteit te onderzoeken, voelt zich vaak beter. Zo’n kind heeft een sterkere basis, minder gedragsproblemen en een beter mentaal welzijn. Als een kind zich niet gezien voelt in wie het is, kan dat juist onzekerheid geven. Sommige kinderen proberen helemaal op te gaan in hun nieuwe gezin. Anderen voelen zich juist nergens thuis.

Pleegouders ondersteunen
In 2024 kregen de pleegzorgbegeleiders van Enver een training over identiteitsversterkend handelen. De training werd gegeven door Clementine Degener, hoofddocent aan de Hogeschool Rotterdam en expert in identiteit. Hierdoor kunnen pleegzorgwerkers pleegouders beter helpen om ruimte te geven aan de identiteit van hun pleegkinderen. Pleegouders hebben hun eigen gewoontes en ideeën over ‘hoe het hoort’. Het kan best spannend zijn om te merken dat een pleegkind daar anders in is. Toch is het belangrijk om verschillen toe te laten.

Toen ik zelf twintig jaar geleden begon als gezinshuisouder, wist ik dit nog niet allemaal. Ik herinner me dat twee broertjes bij ons kwamen met ieder een groot boxkleed als knuffel. Ik vond ze wat vies en wilde ze meteen wassen. Totdat ik besefte dat die knuffels hun laatste stukje van thuis waren. Het ging niet om mijn behoefte aan ‘frisheid’, maar om hun behoefte aan houvast. Dat inzicht heeft me veel geleerd. Soms reageerde ik uit mijn eigen gevoel, en niet uit wat het kind nodig had.

Ruimte geven aan verschil
Voor een goede hechting is het belangrijk dat een pleegkind zichzelf mag zijn. Dat het ruimte krijgt om te ontdekken wie het is. Een gezin waar ruimte is voor verschil, is vaak juist hechter.

Samen op ontdekking
Ga samen met je pleegkind op zoek naar zijn of haar verhaal. Werk bijvoorbeeld aan een levensboek. Vraag familie om foto’s of recepten, bezoek plekken die belangrijk zijn voor het kind. Misschien is er een kerk, moskee, sportclub of theater waar het kind zich thuis voelt. Praat ook over onderwerpen als discriminatie. Een mooi hulpmiddel hiervoor is het boek Opgroeien in kleur.

Kijk ook naar rolmodellen. Wie kan jouw pleegkind helpen trots te zijn op zijn afkomst of achtergrond? Soms kan dat een ouder zijn, maar ook iemand anders uit de omgeving. Zelf vond ik het soms spannend om samen nieuwe dingen te ontdekken: de eerste mislukte saoto soep, haren die ik niet goed in model kreeg, of feestdagen die wij niet kenden. Maar het bracht ons dichter bij elkaar. Zelfs de moeder van de kinderen hielp mee: ze bracht bij het volgende bezoek alle ingrediënten én een recept voor saoto soep mee!

Werk als gezin aan een gezamenlijke identiteit, waarin iedereen zichzelf mag zijn.
Zoals het gezegde zegt: “We are one, but we are not the same.”

Geschreven door: Marian Dijkstra. Marian is gedragswetenschapper bij Enver.