Bijplaatsing

Meestal geven pleegouders zelf aan dat zij een bijplaatsing overwegen, maar wanneer is een bijplaatsing verstandig? Waarmee moet het pleeggezin rekening houden? En, kies je juist voor een jonger of een ouder pleegkind?

Wanneer kan er een bijplaatsing plaatsvinden?
Een bijplaatsing vraag altijd om een zorgvuldige afweging. Belangrijk is dat de (pleeg-) kinderen die al in het gezin wonen hun eigen plekje hebben gevonden, dat iedereen gewend is aan elkaar en aan de situatie. Vaak doen alle gezinsleden in het begin van een plaatsing extra hun best om het pleegkind zich thuis te laten voelen en doet het pleegkind extra zijn best om lief en aardig gevonden te worden. Soms gebruikt het die eerste fase als test om te kijken hoe ver het kan gaan. Het duurt vaak wel een jaar voor het gezinsevenwicht is hersteld en er gedacht kan worden aan een bijplaatsing.

De ontwikkeling van het kind of de kinderen in het gezin, spelen in de keuze voor een bijplaatsing een belangrijke rol. Soms is een bijplaatsing niet in het belang van een van de leden van het pleeggezin. Het kan zowel om de eigen kinderen als om de pleegkinderen gaan. De eigen kinderen kunnen moeite hebben met het delen van de aandacht en de veranderende positie in het gezin, botsende karakters en de extra drukte in het gezin. De pleegkinderen moeten wennen aan de nieuwe regels en moeten verwerken wat ze allemaal hebben meegemaakt. Biologische ouders krijgen een andere rol in hun leven en ook dat vraagt aanpassingen van het pleegkind en van het pleeggezin. Al deze zaken zijn van invloed op de vraag of je als gezin klaar bent voor een bijplaatsing.

Wie zijn er betrokken bij de beslissing?
Als een pleeggezin aangeeft open te staan voor een bijplaatsing, bespreekt de pleegzorgbegeleider met hen alle aspecten die van belang zijn bij een bijplaatsing van een pleegkind, zoals de wensen en het aanbod en de mogelijkheden van de pleegouders. De overige gezinsleden worden ook bij de afwegingen betrokken: gezinspositie, onderlinge relatie, ontwikkelingsfase. Ook zij moeten de kans krijgen zich uit te spreken over een mogelijke gezinsuitbreiding. Daarnaast spelen omgevingsfactoren, praktische aandachtspunten en belangrijke gebeurtenissen in het pleeggezin een rol.

Zodra er duidelijkheid is dat een bijplaatsing mogelijk is, gaan we op zoek naar een passende match. Soms is er al een kind in beeld; bijvoorbeeld een broertje of zusje van een van de pleegkinderen. Op het moment dat er sprake is van een bijplaatsing wordt de gecertificeerde instelling – de (gezins)voogd van het al in het gezin wonende pleegkind – door Enver op de hoogte gebracht.

Kiezen voor een jonger of een ouder kind?
Het is de natuurlijke gang van zaken dat een nieuw gezinslid onder aan “de kinderrij” aansluit. Bij pleegzorg is dit echter niet vanzelfsprekend; de komst van een ouder kind behoort immers ook tot de mogelijkheden.

Bij de komst van een jonger kind blijven de gezinsposities zoveel mogelijk in tact en de verworven rechten op grond van leeftijd komen niet onderdruk te staan. De dagelijkse verzorging staat bij jongere kinderen centraal. Een peuter krijgt daarbij langzaamaan een eigen wil en wil steeds meer dingen zelf doen. Bij een kleuter gaat het schoolse leven van start; hij moet leren zich in te leven in anderen. Een basisschoolkind leert sociale vaardigheden en omgaan met regels, afspraken en conflicten.

Voor een ouder kind is het soms lastiger een plekje te vinden in een pleeggezin en als pleegouder kun je niet langzaam meegroeien in de ontwikkeling van het pleegkind. Maar, in sommige situaties past een tiener juist goed in de gezinsdynamiek. Tieners en pubers zijn op veel gebieden al veel zelfstandiger en hebben de opvoeder vooral nodig in de rol van begeleider of coach. Een tiener gaat steeds meer zijn eigen weg, leeftijdsgenoten en sociale media zijn belangrijk. Een boeiende taak om de jongere vanuit een voor hem/haar veilige plek te begeleiden naar volwassenheid.

Naast de leeftijd spelen ook de karaktereigenschappen van het kind een rol; het ene kind is rustig en past zich makkelijk aan, aan veranderende omstandigheden, het andere kind is meer gericht op spanning en sensatie of is heel nieuwsgierig naar de wereld om zich heen, waarbij het de afspraken wel eens vergeet. Als het pleegkind uit een onveilige thuissituatie komt dan vraagt de opvoeding extra aandacht.

Al deze zaken hebben invloed op elkaar en op de leden van het pleeggezin. Een bijplaatsing is dus altijd maatwerk!